Bij zijn cassette ‘Richard Hell-R.I.P.’ (in 1984 verschenen bij ROIR, toen nog een tapes-only label) waren de liner notes gedateerd op 2 oktober 1984. Vijf jaar later bracht ROIR een tweede Hell-tape uit, ‘Funhunt’, met live-opnamen uit 1978 en 1979. De flaptekst bevatte een interview met Richard Hell, gedateerd 2 oktober 1989, door ene Lester Meyers. Laatstgenoemde was ook de man van de ‘R.I.P.’-notities, waarin hij optekende dat ‘R.I.P.’ Richard’s afscheid was. “He’s tired of Hell and moving on.”
Hij had deze informatie uit de eerste hand. Want Hell werd geboren als Richard Lester Meyers in Lexington, Kentucky op 2 oktober 1949. Die zelfgeschreven liner-notes markeerden dus zijn 35e en 40e verjaardag.
Richard trok op zijn 17e naar New York City. Daar maakte hij in 1973 zijn eerste opnamen, als zanger en bassist in een trio dat verder bestond uit gitarist Tom Verlaine en drummer Billy Ficca, tezamen The Neon Boys. Een jaar later werd de band uitgebreid met een tweede gitarist, Richard Lloyd, en omgedoopt tot Television. Ten tijde van de debuutsingle 'Little Johnny Jewel' (aug 1975) had Hell de groep al verlaten. In mei dat jaar begon hij The Heartbreakers met Johnny Thunders en Jerry Nolan, beide net uit de New York Dolls gestapt. Ook bij hen blijft hij nog geen jaar.
Begin 1976 krijgt hij zijn eigen begeleidingsband, The Voidoids, waarvan versie-1 bestaat uit drummer Marc Bell en de gitaristen Robert Quine en Ivan Julian. De eerste release is een EP met drie nummers: 'You Gotta Lose', '(I could live with you in) Another World' en '(I belong to the) Blank Generation'. Het laatste nummer, dat hij al in 1974 met Television live speelde, is geënt op het door Rod McKuen geschreven 'The Beat Generation' (1959) van Bob McFadden & Dor. "Blank" staat hier voor leegte, voor spatieruimte: "I belong to the _____ generation". Naar believen zelf in te vullen.
Blank Generation, opnieuw opgenomen in een wat mij betreft superieure versie, was het volgend jaar tevens de titelsong van het debuutalbum. Een nagenoeg perfecte plaat, zeer oorspronkelijk, nauwelijks vergelijkbaar met wat dan ook in die jaren van punk en new wave. Intense eigentijdse rock, die in dik 35 jaar nog niets aan kracht heeft ingeboet, met scherp gitaarwerk van Robert Quine vooral en dito teksten van Hell. Een cover slechts, 'Walking on the Water', oorspronkelijk door John Fogerty's Creedence Clearwater Revival uitgevoerd als 'Walk On The Water'. De overige negen songs zijn eigen.
Blank Generation-CD (1990-reissue)
Koop als het even kan Blank Generation op vinyl. De CD-heruitgave bevat weliswaar twee nummers meer, maar om onbegrijpelijke redenen is de LP-versie van de track 'Down at the Rock and Roll Club' vervangen door een beduidend mindere take. Als extra's op de CD krijg je het matige 'All The Way', een door Hell gezongen Frank Sinatra (1957)-cover afkomstig van zijn rol in de Susan Seidelman-film Smithereens (1982), en de anderszins lastig verkrijgbare single-b-kant 'I'm Your Man' (1978).
A-kant van die single is het ijzersterke 'The Kid With The Replaceable Head' (met animatie-video!), gemaakt met de tweede versie van The Voidoids. Drummer Marc Bell was inmiddels overgestapt naar The Ramones en vervangen door Frank Mauro en daarnaast was er een nieuwe bassist, Jerry Antonius. Richard Hell beperkte zich voortaan tot zang, ook in The Voidoids part 3: Quine en Julian waren nog steeds van de partij, voor de nieuwe nummers 'Don't Die' en 'Time' versterkt met Xavier Sessive (bas) en James Morrison (drums). Beide tracks verschenen in 1980 op een EP, aangevuld met twee Neon Boys-songs uit 1973, 'That's All I Know (Right Now)' en een vroege 'Love Comes in Spurts'-versie
Pas in 1982, dus vijf jaar na het Blank Generation-album, kwamen Richard Hell & the Voidoids tot de release van een tweede album, Destiny Street. Een moeizame bevalling, en dat is te horen. Opnieuw tien nummers, waarbij drie covers: van Them (I Can Only Give You Everything), Kinks (You Gotta Move) en Bob Dylan (Going Going Gone); en twee mindere remakes van eerder eigen werk (Time en Kid w/t Replaceable Head). Ook de rest stelt simpelweg teleur in vergelijking met het 1977-debuut, deze Voidoids-4 (geen Ivan Julian, wel Quine plus drummer Fred Maher, gitarist Naux en bassist Hell).
Na Hell's op R.I.P. aangekondigde vertrek uit de muziek gebeurde er op dat gebied in 30 jaar nagenoeg niets. Voornaamste wapenfeit was een kortstondig project met o.a. Thurston Moore en Steve Shelley van Sonic Youth onder de naam Dim Stars, wat precies één optreden en een album (1992) opleverde.
Koop als het even kan Blank Generation op vinyl. De CD-heruitgave bevat weliswaar twee nummers meer, maar om onbegrijpelijke redenen is de LP-versie van de track 'Down at the Rock and Roll Club' vervangen door een beduidend mindere take. Als extra's op de CD krijg je het matige 'All The Way', een door Hell gezongen Frank Sinatra (1957)-cover afkomstig van zijn rol in de Susan Seidelman-film Smithereens (1982), en de anderszins lastig verkrijgbare single-b-kant 'I'm Your Man' (1978).
A-kant van die single is het ijzersterke 'The Kid With The Replaceable Head' (met animatie-video!), gemaakt met de tweede versie van The Voidoids. Drummer Marc Bell was inmiddels overgestapt naar The Ramones en vervangen door Frank Mauro en daarnaast was er een nieuwe bassist, Jerry Antonius. Richard Hell beperkte zich voortaan tot zang, ook in The Voidoids part 3: Quine en Julian waren nog steeds van de partij, voor de nieuwe nummers 'Don't Die' en 'Time' versterkt met Xavier Sessive (bas) en James Morrison (drums). Beide tracks verschenen in 1980 op een EP, aangevuld met twee Neon Boys-songs uit 1973, 'That's All I Know (Right Now)' en een vroege 'Love Comes in Spurts'-versie
Pas in 1982, dus vijf jaar na het Blank Generation-album, kwamen Richard Hell & the Voidoids tot de release van een tweede album, Destiny Street. Een moeizame bevalling, en dat is te horen. Opnieuw tien nummers, waarbij drie covers: van Them (I Can Only Give You Everything), Kinks (You Gotta Move) en Bob Dylan (Going Going Gone); en twee mindere remakes van eerder eigen werk (Time en Kid w/t Replaceable Head). Ook de rest stelt simpelweg teleur in vergelijking met het 1977-debuut, deze Voidoids-4 (geen Ivan Julian, wel Quine plus drummer Fred Maher, gitarist Naux en bassist Hell).
Na Hell's op R.I.P. aangekondigde vertrek uit de muziek gebeurde er op dat gebied in 30 jaar nagenoeg niets. Voornaamste wapenfeit was een kortstondig project met o.a. Thurston Moore en Steve Shelley van Sonic Youth onder de naam Dim Stars, wat precies één optreden en een album (1992) opleverde.
Op 15 september 1985 werd Richard vader van Ruby, dochter uit een kortstondig huwelijk ('85/86) met Patty 'Scandal' Smyth, niet te verwarren met Patti 'Horses' Smith. Sinds 2002 is hij getrouwd met Sheelagh Bevan, met wie hij in New York City's East Village woont.
Schrijven is tegenwoordig de hoofdmoot van zijn bestaan. In 1996 publiceerde hij zijn eerste roman Go Now, de tweede was Godlike in 2005. Tussendoor verscheen nog de verzamelbundel Hot and Cold en vorig jaar de autobiografie I Dreamed I Was A Very Clean Tramp.
Dit jaar verscheen in de serie 33 1/3-boekjes, gewijd aan beroemde albums, het deel Blank Generation, geschreven door Pete Astor, docent aan de University of Westminster in de UK. Maar luister liever. Geen MP3-download, bestel dit album bij je locale platenboer. Klinkt ook veeeeel beter dan YouTube!
Als dat naar meer smaakt is er nog de verzamel-CD 'Spurts: The Richard Hell Story' (1973-2004), die 21 tracks bevat. Maar vier van Blank Generation, plus drie van Destiny Street en vijfmaal Dim Stars. Daarnaast de twee bovengenoemde Neon Boys-opnamen, de beste versies van 'Time' en 'Kid with the Replaceable Head', plus 'Crack of Dawn' ('79-opname van R.I.P.), 'Oh' (2001-reünie van Voidoids-1), 'She'll Be Coming' (2004) en tot besluit 'Blank Generation' (1974 Television-live).
Richard Hell official website: http://www.richardhell.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten