zondag 26 juli 2015

* Jerry McCain *


Het is niet zomaar ons motto! In bladgoud te vinden net onder de dakrand van ons museum en in even zwierige krulletters op ons briefpapier: "Trying to Please". Ontleend aan, voor wie het nog niet door had, het gelijknamige nummer van Alabama-blueszanger/harmonicaman Jerry "Boogie" McCain (1930-2012). Jerry McCain and his Upstarts brachten eind jaren vijftig zes singles uit op het Excello-label (ook  o.a. Slim Harpo). Van de vierde stamt onze favoriete McCain-track, 'Trying to Please' dus.

Jerry speelde zijn hele leven hoofdzakelijk blues, net als zijn jeugdheld Little Walter, maar tapt hier uit een ander vaatje. Tussen twee valse starts door horen we Jerry McCain eerst verbaal worstelen. Zijn ontevreden gehoor wil geen "Love Me Tenderly"-ballad en neemt evenmin genoegen met een rumba-ramble. Het is 1957! Rock & Roll is wat de mensheid verlangt en Jerry levert op bestelling, zich herpakkend met een geweldige uithaal: "Weeeeeeeell…": 



Op de keerzijde van dezelfde single staat 'My Next Door Neighbor'. Ook leuk, zoals sommige andere Excello-singles ('You Don't Love Me No More', 'Groom Without a Bride') ook best de moeite waard zijn. Totdat je de demo's hoort die Jerry McCain al eerder opnam voor Excello. In 1955 nota bene, toen Elvis nog landelijk moest doorbreken. De demo-versie van 'My Next Door Neighbor' is opwindender, met een venijnig prikkend gitaartje en een opgefokte mondharmonica die na een minuut invalt.

Van de demo's die Jerry in 1955 voor Excello opnam in zijn eigen woonkamer, bijgestaan door zijn broer Roosevelt op drums en verder twee gitaristen, samen rond een simpele recorder met slechts ene microfoon, zijn elf nummers bewaard gebleven. Die klinken ongepolijst, primitief en rauw, maar bovenal intens. Horen? Check 'A Cutie Named Judy', 'Geronimo Rock & Roll' en 'I'm A Ding Dong Daddy'. 
Gelukkig allemaal gered voor het nageslacht en na jaren alsnog uitgebracht, zowel op single door Norton (zie boven) als op CD (zie onder).



Wie de blues-kant van Jerry McCain wil ontdekken kan beginnen met zijn vroegste opnames, gemaakt in 1953-54 voor Trumpet, zoals 'East of the Sun', 'Wine-O-Wine' en 'Stay Out of Automobiles'. Na Excello vervolgde hij zijn carrière bij het Rex-label, waar hij in 1960 zijn succesvolste single opnam, 'She's Tough' met op de B-kant de instrumental 'Steady'. 

Via tussenstops bij Okeh ('Red Top' en 'Twist 62'), het Continental-label en Esco (waar hij 'Pussycat A-GoGo' opnam met The Shindigs, waarin leden van Sam The Sham's Pharaohs zaten) belandde McCain bij Jewel (1965-72). Schaarse hoogtepunten uit die Jewel-jaren: 'I Don't Care Where I Get My Loving' en 'Soul Spasm'.



CD-selectie:
* The Jig's Up (1953-1962/1998? Atom Bomb JMC 2111) -31 tracks, oa Trumpet en 20x Excello;
* That's What They Want (Excello singles + demos '55-59/1995 AVI-Excello 3009) -23 tracks;
* Good Stuff ('60-86/1999 Varese VSD-6022) -16 tracks, oa She's Tough/Steady, Pussycat A-Go-Go;
* Somebody's Been Talking - the complete Jewel singles 1965-72(/2000 Westside WESM 625) -15tr;
  - de CD met Jewel-singles is ook verschenen onder de titel 'Absolutely The Best';

Geen opmerkingen:

Een reactie posten