donderdag 30 juli 2015

* FOLK IMPLOSION * featuring Serge Gainsbourg & Silver Apples


Vorig jaar de CD Serge Gainsbourg-Les Années Psychedeliques 1966-1971 aangeschaft. Gelijk een aangename verrassing bij het eerste nummer:

- Serge Gainsbourg-'Requiem Pour Un Con' (1968)


Die drumklappen kwamen bekend voor. The Folk Implosion, de groep van Lou Barlow (Dinosaur Jr, Sebadoh) en John Davis, had ze geleend voor het album One Part Lullaby (1999), daar was ik vrij zeker van. Maar welk nummer? Even met de skip-knop door de CD heen en bingo: track 4. Bij CD's onthou ik vooral cijfers, let ik minder op songtitels. Met de hoes erbij bleek pas dat The Folk Implosion een niet te missen hint had gegeven over de herkomst van dit 'gevonden' geluid:

- Folk Implosion-'Serge' (1999)


Net iets minder zonneklaar was de verwijzing die The Folk Implosion verstopte in de songtitel 'Simean Groove', een van hun bijdragen aan de soundtrack van de film Kids (1995). Voor dit nummer leende songschrijver Lou Barlow een stukje van 'Lovefingers' van Silver Apples. Deze New Yorkse groep bestond uit twee leden, drummer Dan Taylor en zanger Simeon, die een eigengemaakt electronisch instrument bespeelde dat naar hemzelf vernoemd was: The Simeon. Op het inlegvel bij hun debuut-LP (1968) is te lezen dat het apparaat bestond uit 86 'manual controls' voor de lead- en ritme-oscillatoren (die met hand, elleboog en knie bespeeld dienden te worden) en bas-oscillatoren (voor de voeten).

                                                                   Simeon & Simeon

- Silver Apples-'Lovefingers' (1968)
- Folk Implosion-'Simean Groove' (1995)

Grappig citaat over Silver Apples en The Simeon in Lillian Roxon's Rock Encyclopedia (uit 1969!): "The sounds are ear-shattering, some tunes, some not. Is this the music of the future?"

Nog twee Silver Apples-samples in Folk Implosion-songs op de Kids-soundtrack: 'Program' dook op in 'Nothing Gonna Stop' en 'A Pox On You' (van het tweede Silver Apples-album) in 'Natural One'.

maandag 27 juli 2015

* Pere Ubu *


                    'The Modern Dance', titelsong van het eerste Pere Ubu-album (1977).


                             'Dub Housing', titelsong van het tweede Pere Ubu-album (1978).


'Kingdom Come', van het derde album 'New Picnic Time' (1979);
nummer eerst op plaat uitgebracht als 'Jehovah's Kingdom Comes!'
Ubu-zanger David Thomas was(is?) Jehovah's Getuige, vandaar.


'Cloud 149' (1976), B-kant van tweede single 'Final Solution'.


'Life Stinks' (1977), van het debuutalbum.

"Life stinks. I'm seeing pink. I can't wink and I can't blink.
I like The Kinks cause I can't think. 
(or: I can't think cause I need a drink.)
(or: I like The Kinks cause I need a drink.)
Life stinks. I need a drink." 

zondag 26 juli 2015

* Jerry McCain *


Het is niet zomaar ons motto! In bladgoud te vinden net onder de dakrand van ons museum en in even zwierige krulletters op ons briefpapier: "Trying to Please". Ontleend aan, voor wie het nog niet door had, het gelijknamige nummer van Alabama-blueszanger/harmonicaman Jerry "Boogie" McCain (1930-2012). Jerry McCain and his Upstarts brachten eind jaren vijftig zes singles uit op het Excello-label (ook  o.a. Slim Harpo). Van de vierde stamt onze favoriete McCain-track, 'Trying to Please' dus.

Jerry speelde zijn hele leven hoofdzakelijk blues, net als zijn jeugdheld Little Walter, maar tapt hier uit een ander vaatje. Tussen twee valse starts door horen we Jerry McCain eerst verbaal worstelen. Zijn ontevreden gehoor wil geen "Love Me Tenderly"-ballad en neemt evenmin genoegen met een rumba-ramble. Het is 1957! Rock & Roll is wat de mensheid verlangt en Jerry levert op bestelling, zich herpakkend met een geweldige uithaal: "Weeeeeeeell…": 



Op de keerzijde van dezelfde single staat 'My Next Door Neighbor'. Ook leuk, zoals sommige andere Excello-singles ('You Don't Love Me No More', 'Groom Without a Bride') ook best de moeite waard zijn. Totdat je de demo's hoort die Jerry McCain al eerder opnam voor Excello. In 1955 nota bene, toen Elvis nog landelijk moest doorbreken. De demo-versie van 'My Next Door Neighbor' is opwindender, met een venijnig prikkend gitaartje en een opgefokte mondharmonica die na een minuut invalt.

Van de demo's die Jerry in 1955 voor Excello opnam in zijn eigen woonkamer, bijgestaan door zijn broer Roosevelt op drums en verder twee gitaristen, samen rond een simpele recorder met slechts ene microfoon, zijn elf nummers bewaard gebleven. Die klinken ongepolijst, primitief en rauw, maar bovenal intens. Horen? Check 'A Cutie Named Judy', 'Geronimo Rock & Roll' en 'I'm A Ding Dong Daddy'. 
Gelukkig allemaal gered voor het nageslacht en na jaren alsnog uitgebracht, zowel op single door Norton (zie boven) als op CD (zie onder).



Wie de blues-kant van Jerry McCain wil ontdekken kan beginnen met zijn vroegste opnames, gemaakt in 1953-54 voor Trumpet, zoals 'East of the Sun', 'Wine-O-Wine' en 'Stay Out of Automobiles'. Na Excello vervolgde hij zijn carrière bij het Rex-label, waar hij in 1960 zijn succesvolste single opnam, 'She's Tough' met op de B-kant de instrumental 'Steady'. 

Via tussenstops bij Okeh ('Red Top' en 'Twist 62'), het Continental-label en Esco (waar hij 'Pussycat A-GoGo' opnam met The Shindigs, waarin leden van Sam The Sham's Pharaohs zaten) belandde McCain bij Jewel (1965-72). Schaarse hoogtepunten uit die Jewel-jaren: 'I Don't Care Where I Get My Loving' en 'Soul Spasm'.



CD-selectie:
* The Jig's Up (1953-1962/1998? Atom Bomb JMC 2111) -31 tracks, oa Trumpet en 20x Excello;
* That's What They Want (Excello singles + demos '55-59/1995 AVI-Excello 3009) -23 tracks;
* Good Stuff ('60-86/1999 Varese VSD-6022) -16 tracks, oa She's Tough/Steady, Pussycat A-Go-Go;
* Somebody's Been Talking - the complete Jewel singles 1965-72(/2000 Westside WESM 625) -15tr;
  - de CD met Jewel-singles is ook verschenen onder de titel 'Absolutely The Best';